Sander van der Vegt,

adjunct-directeur TL-bovenbouw Greijdanus College, Zwolle

Voorheen docent tekenen en techniek, sectieleider
Professionaliseringsactiviteiten bij de VO-academie: twee leertrajecten en twee masterclasses.

“Nadat ik een aantal jaren in de reclame en commercie had gewerkt dacht ik: is dit het dan? Mijn passie voor creativiteit kon ik niet meer kwijt. Daarom ging ik een lerarenopleiding techniek volgen. Via via kwam ik als tekendocent op het Greijdanus terecht en begon ik in het onderwijs, dat was de beste keuze die ik ooit gemaakt had! Hier kon ik mijn creativiteit wél kwijt!

De vraag wat het maatschappelijk nut is wat ik doe, heb ik daarna nooit meer gesteld. Werken met jongeren in de onderbouw was in zichzelf al goed. Het bouwen aan zelfvertrouwen bij jongeren die een knauw hebben gehad is enorm waardevol. Binnen het vmbo ben ik ook diverse keren sectievoorzitter praktijkvakken geweest, om daarna door te groeien tot waar ik nu ben als adjunct-directeur bovenbouw. Elke stap diende zich telkens aan en iedere keer vroegen ze: is dat iets niet voor jou? Je roept de eerste keer nog: Aan zo’n ‘rotbaan’ moet ik niet denken! Maar het diende zich weer en nog weer een keer aan. Ik stelde ik mij toen de vraag: hoe kom ik erachter of het wat voor mij is? Daarna ben ik het gaan doen.

Sturen en loslaten

Voor mij is leiderschap zorgen voor de balans tussen gedrevenheid, oog voor de organisatie en collega’s hebben en verantwoordelijkheid en voortouw nemen. Oftewel sturen en loslaten. Niet constant controleren, maar meenemen, samendoen en met elkaar zorgen voor kwaliteit dat alles functioneert. In begin was ik onzeker of ik een leidinggevende functie wel kon en er gelukkig van zou worden, dat is de innerlijke criticus in mij, maar ik wilde het weten. Competent was ik eerst nog niet. Er ligt ook geen draaiboek hiervoor, je moet alles ontdekken en er zijn allerlei verwachtingen.  

Een goede leider word je. Een aantal aspecten had ik van nature al, maar jezelf in andere competenties ontwikkelen is ongelooflijk belangrijk. Vrij snel volgde ik het oriëntatietraject met intervisie en daarna ‘lead en learn’. De intervisie is heel krachtig net zoals het hele proces dat er veel te leren valt en je mensen treft die lotgenoot zijn, waarmee je spart en herkenning vindt. Zo werk maken dat je bouwt aan je eigen constante ontwikkeling. Fijn is het dan dat je mensen hebt die weten en snappen waar ‘t over gaat, want het kan soms een eenzaam beroep zijn.

Je bent nooit klaar

Een voorbeeld. Ik heb veel aan de workshop veranderen heb gehad wat ik ook dagelijks toepas, zoals het model van Keller & Price over urgentiebesef, rolmodellen, competentieontwikkeling en relatiesysteem en -structuur. Want in onderwijs verandert er veel! Zo heb ik veel wijsheden opgestoken voor mijn professioneel handelen: werken vanuit de bedoeling en de waaromvraag stellen. Uiteindelijk is een leider zijn een zoektocht. Ik leer nog steeds en je bent nooit klaar. Je moet ook reflecteren of je in alle dynamieken de goede dingen doet, de afspraken worden nageleefd en dat je het samen doet.

Hierdoor ben ik bewuster bezig, ontwikkel ik nu visie over wat nodig is in het hier en nu en waar we met het team en leerlingen naartoe gaan. Wat ik nog moet leren is mijn eigen werk managen en een team coachen, zodat het ‘ik, mijn afdeling, in de school en met de regio’ wordt. Ik kijk nu al naar andere leertrajecten bij de VO-academie naast mijn master die ik volg. Als er andere sprekers zouden zijn en meer diversiteit in thema’s zou ik zo de eerste trajecten willen overdoen. Wellicht is dit nog een tip voor de VO-academie.