Hoofdstuk 3

De ontwikkeling van leiderschap in het voortgezet onderwijs

3.1 Het verleden

Hoe we denken over ‘goed’ leiderschap en wat een ‘goede’ leidinggevende is, is in de afgelopen decennia sterk veranderd. Lag de nadruk vroeger op de sterke man of vrouw die een organisatie stuurde, nu gaat leiderschap veel meer over kaders bieden, samen een visie ontwikkelen en zorgen dat medewerkers toegerust zijn deze uit voeren en zichzelf te kunnen ontwikkelen.

Stonden eerst taakgerichte leiders – het volbrengen van meetbare opdrachten – in hoog aanzien, nu gaat onze voorkeur meer uit naar een mensgerichte aanpak: een leidinggevende coacht, inspireert, faciliteert en ondersteunt. De eisen aan leiderschap zijn ook steeds complexer geworden: de snelheid van verandering, de onvoorspelbaarheid en kwaliteitseisen nemen toe.

Die ontwikkeling heeft ook de VO-academie doorgemaakt. In het begin lag meer nadruk op de formele en praktische kant van leidinggeven, met trajecten als Financieel leiderschap. In de afgelopen jaren verschoof dat naar thema’s als People Management, Leidinggeven in dialoog voor team- en afdelingsleiders en Strategisch en persoonlijk leiderschap voor eindverantwoordelijk schoolleiders.

Nieuw leiderschap

De herziene Beroepsstandaard Schoolleiders VO geeft die ontwikkeling ook mooi aan. In de eerste versie, uit 2014, bestond de basis uit competenties en vaardigheden. Wat moet een schoolleider kunnen en kennen om zijn of haar vak goed te kunnen uitoefenen? In de nieuwe versie uit 2020 staan leiderschapspraktijken en persoonlijke kwaliteiten centraal. Het gaat om de context waarin de leidinggevende zich bevindt. Hoe kun je daarin zo effectief mogelijk zijn voor je organisatie? Er is steeds meer aandacht voor contact en verbinding met anderen in je school. Hoe kun je die ondersteunen en motiveren? En vooral de ruimte geven aan hun kennis en professionaliteit? En welke eigenschappen die je als leider hebt, helpen daarbij?

Voor bestuurders geeft de Code Goed bestuur contouren aan het leiderschap. Deze code is bedoeld om bewustwording van, kritische reflectie door en waardengedreven handelen van bestuur te stimuleren De code gaat uit van vier principes: verantwoordelijkheid, professionaliteit, integriteit en openheid. Deze principes en de uitwerking daarvan in het professionaliseringsthema’s gebruikt de VO-academie als basis voor haar trajecten voor bestuurders.

Persoon meer centraal

Er is groeiende aandacht voor gespreid leiderschap: iedereen in de organisatie heeft het vermogen om invloed uit te oefenen. De focus ligt minder op het individuele leiderschap, maar leraren en andere medewerkers krijgen steeds meer mogelijkheden om het voortouw te nemen op onderwerpen waaraan zij vanuit hun talenten en deskundigheid een bijdrage willen leveren. Ook in publicaties en trajecten van de VO-academie krijgt gespreid leiderschap steeds een plek.

In die ontwikkeling komt de persoon van de schoolleider of bestuurder meer centraal te staan. Natuurlijk gaat het bij professionalisering nog steeds over kennis en kunde, maar ook je eigen (morele) kompas. Je houding en leervraag hebben invloed op je functioneren en je ontwikkeling.

Er is in de loop van de jaren ook een toegenomen aandacht vanuit de VO-academie voor het begeleiden van startende leidinggevenden. In 2017 verscheen het eerste katern over inwerkprogramma’s voor schoolleiders. Later volgden trajecten voor startende teamleiders, schoolleiders en bestuurders. In 2023 verschijnt een herzien katern over het belang van een goede start in elke fase van de loopbaan als leraar of leidinggevende in de school. Daarnaast is De week van de starter in samenwerking met diverse partijen in het leven geroepen om de aandacht voor een sterke start in elke fase van de loopbaan te versterken.

“Mijn leermomenten zijn het grootst wanneer er veel druk op de ketel staat, zoals de start van de coronacrisis, het oplossen van uitval van docenten en schoolleiders of ingewikkelde situaties met ouders. Al doende, en vooral op momenten dat het spannend wordt, leer ik het beste. Tegelijkertijd leer ik graag met en van andere schoolleiders door het uitwisselen van ervaringen, casuïstiek of kennisdeling.”

Sabrina Bijvank, rector op het Rijnlands Lyceum Sassenheim

3.2 Het heden

De ontwikkelingen in de sector met toenemende maatschappelijke eisen en tegen de achtergrond van groeiende tekorten brengt met zich mee dat een leidinggevende vaker de professionele dialoog aan moet gaan en verbindingen moeten maken in en om de school. In deze dialoog gaan een leidinggevende en het team in gesprek over de schoolambities en hoe deze vertaald kunnen worden naar de praktijk. Daarbij is het uitgangspunt dat de verantwoordelijkheid zoveel mogelijk bij de onderwijsprofessional ligt. In de trajecten en activiteiten van de VO-academie krijgt het voeren van diepgaande reflectieve gesprekken en de professionele dialoog vorm in intervisie. Breder zorgen de VO-managementcoaches en VO-intervisiebegeleiders voor de reflectieve gesprekken met de sector.

Het net opgerichte Schoolleiders VO wil inzetten op de versterking en verankering van de professionaliteit van de beroepsgroep schoolleiders om daarmee een impuls te geven aan de kwaliteit van de beroepsgroep. Zij zet in op het gebruikmaken van de beroepsstandaard als instrument voor de versterking van professionaliteit vanuit de leiderschapspraktijken.

Voor bestuurders wordt het beroepsprofiel ontwikkeld om het leiderschap meer richting te geven. Hier zijn het ethische kompas, de normen en waarden en het zijn van een boegbeeld sterk van belang.

Interview

Hiltje Rookmaker,
lid College van Bestuur OVO Fryslân-Noord

“Als leerling heb ik zelf gezien hoe belangrijk het is dat je als kind wordt gezien. Dat je hen erkend en hen helpt. Dat je niet kijkt wat een kind niet kan, maar naar de kansen die je als school kunt bieden. Dat is de rode draad in mijn onderwijscarrière.

Interview

Bjorn Vos,
locatiedirecteur Zone.college Borculo

“Gekscherend zeg ik wel eens dat ik vanaf mijn vierde het onderwijs in wilde. Feit is dat ik dat nooit echt iets anders heb gewild. De eerste zes jaar werkte ik als docent economie, daarna nam ik een zijstap naar de docentenopleiding van de HAN. Omdat ik het voortgezet onderwijs miste ben ik teruggegaan, van coördinator bovenbouw, via secretaris centrale directie naar teamleider en afdelingsmanager. Nu als locatiedirecteur.

3.3 De toekomst

De toenemende tekorten zullen zich niet alleen in het klaslokaal laten voelen, ook op leidingniveau zal dit merkbaar zijn en druk geven op schoolleiders en bestuurders. Het zal van de onderwijssector veel flexibiliteit en creativiteit vergen om goed om te gaan met personeelstekorten. Daarnaast zal er toenemend aandacht moeten zijn voor het welbevinden van medewerkers, om uitval tegen te gaan. En van het belang van het samen leren in een lerend netwerk lerend netwerk dat je als onderwijssector samen bent, waardoor je elkaar kunt versterken.

Diezelfde flexibiliteit en creativiteit wordt van leidinggevenden gevraagd als het gaat om grote thema’s als kansengelijkheid, burgerschap en onderwijskwaliteit. Een andere uitdaging is dat – vanwege de grote thema’s en tekorten – scholen meer samen moeten gaan samenwerken.

Stevige basis

Met al die uitdagingen moet je als leidinggevende een stevige basis hebben, niet alleen in kennis en kunde, maar ook als het gaat om duidelijk te hebben wie je bent als leider, je professionele identiteit. Regelmatige reflectie, intervisie en collegiale visitaties kunnen daaraan bijdragen.

Uiteindelijk gaat het om maatschappelijke verantwoording nemen en verantwoording afleggen. Voor bestuurders was dat al ‘part of the job’, voor schoolleiders zal dat ook een steeds integraler onderdeel worden van hun werk.

Professionalisering is daarom steeds een belangrijk onderdeel van de loopbaan van schoolleiders en bestuurders. Niet alleen helpt het om je eigen manier van leiderschap vorm te geven, maar ook kan je in het lerende netwerk dat schoolleiders en bestuurders met elkaar vormen dilemma’s met elkaar delen en elkaar ondersteunen. Dat draagt bij aan het goed leiding kunnen geven aan de onderwijsorganisatie zodat sterk en hoogwaardig onderwijs voor leerlingen geborgd blijft. Daarom zal de VO-academie het belang van vanzelfsprekende doorlopende professionalisering en aandacht voor doorontwikkeling en groei blijven uitdragen.

“Soms ga je voorbij aan het feit dat niet iedereen helemaal in de materie zit en je steeds achteruit moet blijven kijken. Soms een stap terug moeten doen om iedereen mee te krijgen. Dit klinkt heel logisch en iets wat ik heel goed weet, maar wat ik weleens vergeet in mijn enthousiasme. Wat is het dan fijn dat er mensen om mij heen zijn die ‘moeilijke’ vragen stellen, die mij dwingen te reflecteren op wat er gebeurt en wat mijn eigen rol hierin is. Mooiste wat er is, achteraf dan, want op het moment zelf is het voor mij ongemakkelijk. Maar het geeft mij wel de mooiste inzichten.”

April van Loenen, bestuurder Dunamare onderwijs

Volgende: Het gesprek

Het gesprek van de huidige met voormalige programmamanagers over verledenheden-toekomst van professionalisering leiderschap en VO-academie