Hoofdstuk 1

De professionalisering van de schoolleider en bestuurder

1.1 Het verleden

“Wie arts wil worden, studeert geneeskunde. Wie docent wil worden, gaat naar de lerarenopleiding. En wie schoolleider wil worden… Deze zin is niet af te maken. Nog niet.” Dit zijn de eerste zinnen van het voorwoord van katern 1 van de VO-academie (‘Al doende leren. Non- en informeel leren door schoolleiders’), geschreven door toenmalig VO-raad-voorzitter Paul Rosenmöller. Het jaar is 2014, amper twaalf maanden na de oprichting van de VO-academie.

Sectorakkoord

In 2013 sloten het ministerie van OCW en de VO-raad het Sectorakkoord VO 2014 – 2017. Hierin staan afspraken, onder andere over het beter inspelen op verschillen tussen leerlingen en het versterken van een ambitieuze leercultuur op scholen. Ook het versterken van het leren door schoolleiders en bestuurders was een ambitie. De VO-academie werd opgericht om dat uit te werken en uit te voeren. De bekostiging van de academie liep via het Sectorakkoord. Het doel: de inhoud van het vak van schoolleider en bestuurder vertalen naar trajecten en andere leervormen. En die kennis delen met anderen, zoals opleiders en huisacademies.

Deze zinnen uit katern 1 geven mooi de stand van zaken in die tijd weer. Aan de ene kant was nog niet alles duidelijk over het schoolleiderschap als jonge professie, de vaardigheden en kennis die erbij hoorden en daarmee ook welke professionaliseringsactiviteiten. Aan de andere kant was het duidelijk dat de beroepsgroep in ontwikkeling was en professioneler werd. Op het moment van verschijnen van dit eerste katern was er een breed gedragen beroepsprofiel waarin competenties werden opgenomen voor het vak van schoolleider. De VO-academie heeft hieraan meegeschreven.

 

Formeel, non-formeel en informeel leren

Het eerste katern legde het fundament voor alle activiteiten die de VO-academie in de afgelopen tien jaar heeft gedaan. Het maakte namelijk het onderscheid tussen formeel, non-formeel en informeel leren.

formeel leren

Met formeel leren bedoelen we wettelijk gereglementeerde opleidingen, de lerarenopleiding is bijvoorbeeld voor docenten een vorm van formeel leren.

Non-formeel leren

Non-formeel leren is ook doelgericht en georganiseerd, het valt alleen buiten de reguliere, erkende opleidingen. Een dergelijke vorm van professionalisering sluit niet per se af met een diploma of bewijs van bekwaamheid. Voorbeelden zijn congressen, lezingen en coaching.

Informeel leren

Informeel leren is doorgaans niet doelgericht en niet georganiseerd, het kan overal plaatsvinden, zoals in de samenwerking met vakgenoten, in de reflectie met collega’s of het krijgen van feedback.

Het inzicht uit onderzoek was dat (non-formele) trajecten effectiever worden naarmate ze meer informele elementen bevatten. Het pleidooi van de VO-academie is daarom altijd geweest om als professional niet alleen formele opleidingen te volgen, maar ook te leren middels intervisie, coaching, visitaties of zelfreflectie.

Loopbaanleren en de juiste leervraag formuleren

Een ander belangrijk inzicht – en onderlegger voor de aanpak van de VO-academie vanaf de start – is het loopbaanleren. In het voortgezet onderwijs zijn er leidinggevenden op verschillende niveaus, van de teamleider tot en met de voorzitter van het college van bestuur. Elke groep leidinggevenden in het onderwijs heeft een andere werkomgeving, andere dilemma’s, andere opgaven. Dat betekent dat schoolleiders op verschillende niveaus en bestuurders steeds andere leervragen hebben.

Een bestuurder is niet alleen bezig met de organisatie maar ook de omgeving (gemeenten, andere scholen, bedrijven, et cetera), terwijl een teamleider zich bezighoudt met het vertalen van beleid naar de werkvloer, het aansturen van docenten en vaak ook met ouders omgaan. Daarnaast moet je rekening houden met ervaring: een beginnend schoolleider heeft andere vragen dan een ervaren directeur. Deze leervragen – in combinatie met schoolambities en schoolontwikkeling – vormen het startpunt van de begeleiding en professionalisering van elke individuele leidinggevende.

“Ik moet ook opereren op de terreinen die buiten mijn eigen directe comfortzone liggen, daar ligt natuurlijk de grootste groei. Ik ben een groot fan van Vygotski, die de ruimte van de naastliggende ontwikkeling zo goed heeft beschreven. Het besef begint altijd bij het akelige gevoel dat je je onbekwaam voelt, maar door te oefenen en te reflecteren, lukt het om het heel snel op te pakken. Ik merk dat ik me op vele fronten ontwikkeld heb in mijn professionaliteit. Maar er ligt nog een wereld te verkennen, dus uitontwikkeld ben ik voorlopig nog niet.”

Florence Weytingh, locatiedirecteur Montessori Mavo Rotterdam

1.2 Het heden

Van beroepsprofiel naar Schoolleidersplatform

De ontwikkelingen in de jaren daarna volgden elkaar snel op. Het onderwijs verandert, het vak van schoolleider verandert en de manier waarop men kijkt naar het schoolleiderschap verandert.

Op 1 januari 2016 nam Stichting Schoolleidersregister VO (SRVO) het eigenaarschap van het register op zich. De verantwoordelijkheid voor het register en de regie werd daarmee volledig bij de beroepsgroep van schoolleiders gelegd.

In 2020 kwam een herziening van de Beroepsstandaard Schoolleiders VO. De focus lag niet langer op beroepscompetenties en bekwaamheden, maar op leiderschapspraktijken en persoonlijke kwaliteiten. Het idee daarachter was onder andere dat leiderschapspraktijken en persoonlijke kwaliteiten meer ontwikkelingsgericht zijn en daarmee meer uitnodigen tot het ontwikkelen van jezelf als schoolleider in relatie tot de schoolpraktijk.

De volgende stap kwam in 2023: SRVO, de VO-raad en andere partijen komen samen in het Schoolleiders VO. Het platform is de vertegenwoordiger van de beroepsgroep en daarmee ook eigenaar van de beroepskwaliteiten en professionele ontwikkeling, in samenwerking met de besturen en de sector.

Bestuurders

In 2019 verschenen de professionaliseringsthema’s voor bestuurders. Een initiatiefgroep van bestuurders uit het primair en voortgezet onderwijs zwengelde het debat over een beroepsprofiel voor bestuurders aan en begeleidde het traject richting deze thema’s waarin veel bestuurders zijn geconsulteerd en hebben meegedacht op deze thema’s. De thema’s geven aan welke taken een bestuurder heeft en op welke gebieden hij of zij zich zou moeten ontwikkelen. Lees verder…

Trajecten en kennis

In de afgelopen jaren heeft de VO-academie – met het loopbaanleren en reflectieve leervormen als basis – steeds meer activiteiten en kennis ontwikkeld. Een van de trajecten is VO-managementcoach waarin ervaren bestuurders en schoolleiders worden opgeleid en zich ontwikkelen tot gecertificeerd coach. Zij delen hun kennis en expertise met (beginnende) collega’s in de sector door gratis beschikbaar te zijn voor andere leiders in de sector als coach.

Daarnaast werkte de VO-academie vanaf het begin – en ook nu nog – op belangrijke professionaliseringsthema’s, samen met de VO-raad, bijvoorbeeld bij het maken van de trajecten rond SHRM, People management, Regie op digitalisering of Beleidsrijk begroten. Ook publiceerde de VO-academie samen met de VO-raad al twintig katernen, onder andere op thema’s als burgerschap, kansengelijkheid en verantwoording.

Sinds enkele jaren initieert de VO-academie de Week van de Starter om de start in de loopbaan onder de aandacht te brengen en wordt samengewerkt met Voortgezet Leren, het project Begeleiding Startende Leraren en het Platform Samen Opleiden & Professionaliseren.

Stand van zaken

Sinds de oprichting van de VO-academie wordt er onderzoek gedaan naar de stand van zaken wat betreft de professionalisering van leidinggevenden in het voortgezet onderwijs, de monitor professionalisering. Een groot deel van de schoolleiders en bestuurders geeft nu aan jaarlijks deel te nemen aan (voortgaande) professionele activiteiten, van kortlopende tot langlopende trajecten. Schoolleiders ondernemen vooral zelfstudie, learning-on-the-job en cursussen, terwijl bestuurders vaker kiezen voor netwerkleren, zelfstudie en intervisie. Een knelpunt die zowel schoolleiders als bestuurders ervaren is de tijd die beschikbaar is voor professionalisering

Ook al is het overgrote deel van schoolleiders en bestuurders tevreden over de begeleiding die zij van hun leidinggevende ontvangen op hun professionele ontwikkeling, uit de monitor blijkt ook dat er in scholen vaak nog geen harde afspraken worden gemaakt over de professionele ontwikkeling van schoolleiders. Vooral teamleiders en afdelingsleiders missen sturing en een kader van hun leidinggevende. Deze groep heeft – meer dan andere leidinggevenden in het vo – last van tijdgebrek en de waan van de dag. Dat belemmert hen in hun professionele ontwikkeling.

Een andere ontwikkeling is dat de druk op schoolleiders en bestuurders is toegenomen om te professionaliseren. Het onderwijs en daarmee het vak blijft steeds in beweging en onderhevig aan verandering. Het formuleren van specifieke leervragen in elke fase van je loopbaan, wat het idee is achter het loopbaanleren blijft daarom essentieel om goed te kunnen kiezen hoe je verder leert en doorlopend leert als leider in het onderwijs.

Interview

Sander van der Vegt,
adjunct-directeur TL-bovenbouw Greijdanus College, Zwolle

“Nadat ik een aantal jaren in de reclame en commercie had gewerkt dacht ik: is dit het dan? Mijn passie voor creativiteit kon ik niet meer kwijt. Daarom ging ik een lerarenopleiding techniek volgen. Via via kwam ik als tekendocent op het Greijdanus terecht en begon ik in het onderwijs, dat was de beste keuze die ik ooit gemaakt had! Hier kon ik mijn creativiteit wél kwijt!

Interview

Raoul Majewski,
rector-bestuurder Emmauscollege
Rotterdam

“Lesgeven stond niet bovenaan mijn lijstje toen ik van de middelbare school kwam, ik wilde wis- en natuurkunde studeren. Alleen, ik had havo gedaan, dus ik moest eerst een jaar hbo doen. Dat werd de lerarenopleiding, die was in de buurt, er zat verder geen gedachte achter. Maar na drie maanden was ik zo verliefd op de opleiding en het onderwijs dat ik nooit meer ben weggegaan.

1.3 De toekomst

De ontwikkeling in de afgelopen tien jaar is snel gegaan. Het vak van schoolleiders en bestuurders wordt in het veld en daarbuiten steeds benaderd als ‘vak apart’. Een mooi voorbeeld hiervan is de schoolleidersbeurs. Vanaf dit schooljaar kunnen schoolleiders een studiebeurs aanvragen voor een masteropleiding. Voor de beurs is 8 miljoen euro beschikbaar. De beroepsgroepen laten zelf ook zien hun vak serieus te nemen met oog voor toenemende eisen van het vak en behoefte aan passende professionalisering.

‘En wie schoolleider wil worden…’ Deze zin konden we tien jaar geleden nog niet afmaken. Inmiddels weten we heel veel meer. De uitdaging is dat maatschappij en onderwijs veranderen, we komen tot nieuwe inzichten, ontdekken nieuwe kennis. Er is ook steeds meer variatie binnen de loopbaan. Het tweede deel van die zin zal dus altijd (een beetje) anders zijn, de basis is wel: ‘…zal doorlopend leren in elke fase van je loopbaan op basis van de juiste persoonlijke leervragen. ’ Daar blijft de VO-academie zich voor inzetten.

Dat betekent dat we doelen en opbrengsten van professionalisering onderzoeken, aansluiten bij wensen en behoeftes van leidinggevenden en de beroepsinhoud (van schoolleiders en bestuurders) vertalen naar de inhoud van professionalisering. Dat doen we door zelf nieuwe activiteiten te ontwikkelen, maar vooral ook om opgedane kennis over professionaliseren en leren met anderen te delen, zodat alle leidinggevenden in het onderwijs, maar ook bijvoorbeeld huisacademies daarvan gebruik kunnen maken.

“Mijn belangrijkste inzicht op het gebied van leren en professionaliseren is dat naast de individuele professionalisering ook het samen ontwikkelen en het delen van kennis en ervaring tussen onderwijsprofessionals meer aandacht nodig heeft. Hierin faciliteren en daartoe uitnodigen, is vanuit mijn rol in het licht van de huidige onderwijskundige ontwikkelingen hard nodig.”

Annerieke van Grol, bestuurder Sg Spieringshoek

Volgende: Hoofdstuk 2

Het beroepsbeeld van de bestuurder